Aminozuren

Aminozuren zijn ingewikkelde organische verbindingen van stikstof, koolstof en waterstof. Zij vormen de moleculaire bouwstenen van alle eiwitten. Eiwitten zijn onontbeerlijk voor alle levende wezens.

Het lichaam kan niet alle aminozuren zelf aanmaken en deze moeten we via de voeding binnen krijgen. Een voorbeeld van zo'n essentieel aminozuur is asparagine, dat in het begin van de 19e eeuw geïsoleerd werd uit het sap van de asperge. Asparagine komt o.m. voor in asperges en smeerwortel.

Een andere groep aminozuren kan het lichaam wel zelf aanmaken al dan niet met behulp van andere aminozuren en/of voedingsstoffen. Dat zijn de niet-essentiële aminozuren. Een voorbeeld hiervan is choline, dat het lichaam omzet met behulp van het aminozuur methionine, vitamine B12 en lecitine. Choline komt onder andere voor in smeerwortel, tarwekiemen en orgaanvlees.