Dille
Dille
Dille - Anethum graveolens
Schermbloemigen - Apiaceae ( Umbelliferea)
de.dill - fr. Aneth - eng. Dill
Dille is een teer en aromatisch kruid dat oorspronkelijk uit het Midden-Oosten komt. Het wordt al heel lang als genees- en keukenkruid gebruikt.
Er zijn sporen van dille gevonden in Zwitserse nederzettingen uit het nieuwe steentijdperk en in de tombe van Amenhotep II , een Egyptische farao die leefde rond 1450 BC.
Ook de Grieken en Romeinen gebruikten het kruid en waarschijnlijk werd dille door monniken naar onze streken gebracht, waar ze het in hun kloostertuinen teelden.
Het verspreidde zich over de hele wereld tot in het Verre-Oosten, waar dille een belangrijk kruid is in bv de Vietnamese en Thaise keuken.
Zijn zondagse naam kreeg dille uit het Grieks: Anéthon noemden zij het kruid; het achtervoegsel graveolens is samengesteld uit de Latijnse woorden gravis (sterk) en olens (geurend).
De naam dille komt van het Angelsaksische dylle, wat verzachten of wiegen betekent
In de keuken zijn de fijne, tere blaadjes van dille geliefd. In de huisapotheek gebruiken we liever dillezaad, wat het grootste aandeel etherische olie bevat.
Dille is, net als karwij, rijk aan carvon in de etherische olie. Daarnaast heeft het kruid ook een belangrijk aandeel kalium, calcium en kiezelzuur.
Het blad is vooral rijk aan vitamine A en C.
De werkzame stoffen in dillezaad hebben een krampstillende en rustgevende werking. Daarnaast stimuleren zij de melkafscheiding en werken ze gunstig op de spijsvertering.
Dille, botanisch
Dille is een eenjarig kruid dat onder gunstige omstandigheden wel 1 meter hoog kan worden. Door zijn tere wortelgestel kan dit kruid niet worden verplaatst en moet dus ter plekke worden gezaaid in rijtjes.
Als de plantjes opkomen, dun je ze uit op 25 cm. Om steeds over vers kruid te beschikken verdient het aanbeveling om elke maand, van maart tot juli, te zaaien. Let er bij de standplaats op dat je dille niet in de buurt van venkel zaait. Beide kruiden lijken erg op elkaar en kruisen gemakkelijk.
Dille heeft een holle, donkergroene stengel, die naar boven toe vertakt is. De fijn geveerde blauwgroene blaadjes geuren aromatisch en zien er delicaat uit.
Afhankelijk van de zaaitijd bloeit dille van mei tot augustus. Aan de bloemstengel verschijnen opgerichte bloemschermen met daarin bleekgele bloempjes. Na de bloei zet het zaad in geribde, breedvleugelige vruchtjes, die na rijping door de wind worden verspreid.
Dille verlangt een zonnige plek en de bodem moet los en goed gedraineerd zijn. Als die omstandigheden ontbreken, zal dille niet goed groeien want het kruid past zich erg slecht aan.
Dille in de keuken
De fijn geveerde blaadjes van dille maken het tot een decoratief kruid, dat elke maaltijd iets feestelijks meegeeft. Je gebruikt dilleblad altijd vers en kookt of bakt het niet mee. Het blad heeft een smaak die aan anijs doet denken.
Je kunt ook gestampte zaadjes gebruiken, die echter sterker van smaak zijn dan het blad. Ze smaken en beetje naar karwij, maar dan milder en frisser. De zaadjes kun je wel mee koken of bakken.
Het kruid hoort in alle gerechten waar zure componenten zitten zoals azijn, citroen, yoghurt en zure room.
Dille is lekker in salades allerlei, bij visschotels en gerechten waarin tomaat is verwerkt. Ook bij komkommers, kaas en heldere sausen mag dille eigenlijk niet ontbreken.
Omdat dille zwaardere gerechten lichter verteerbaar maakt past het kruid prima in stamppotten en erwten- of bonensoep.
Dillezaad is een vast onderdeel van de kruiden die worden gebruikt bij de inmaak van augurken.
Een veelzijdig kruid dus, waarmee je naar hartenlust kunt experimenteren.
Probeer maar eens eiersalade, kalkoensalade of gemarineerde sardientjes. Smakelijk!
Dille in de huisapotheek
In de huisapotheek gebruiken we alleen de zaadjes.
De etherische olie van dille werkt krampstillend, winddrijvend en bevordert de spijsvertering.
Gebrek aan eetlust, een opgeblazen gevoel of (nerveuze) misselijkheid is vaak te verhelpen met een aftreksel van gekneusd dillezaad.
Ratafia is een likeurtje met dillezaad en andere kruidenzaden dat een prima digestief oplevert.
Een aftreksel van dillezaad is een goed middel om de melkafscheiding bij het zogen te stimuleren.
Hik gaat vaak over wanneer je op een dillezaadje kauwt.
Vanwege zijn licht rustgevende eigenschappen is een kopje dillethee een uitstekend slaapmutsje.
Bijwerkingen van dille
Vrouwen die willen stoppen met borstvoeding moeten dille niet gebruiken (evenmin venkel en karwij).
Voor het overige zijn geen bijwerkingen te vrezen.
Dille oogsten en bewaren
Het blad van dille gebruik je het liefst vers. Gedroogd verliest het veel van zijn smaak.
De zaadjes oogst je door de bloemschermen na de bloei af te knippen en ze te drogen op een luchtige, warme plek. Je doet dat het best door de schermen uit te spreiden op een schone doek. Als de zaadjes droog zijn, vallen ze er vanzelf uit.
Je bewaart de gedroogde zaadjes een goed afgesloten bus of trommel.
Meer over dille
Dille wordt ook wel eens sermoenzaad genoemd. Dat komt uit de tijd dat kinderen in de kerk naar lange preken moesten luisteren en toch geacht werden braaf te zijn en stil te zitten. Om dat te bewerkstelligen kregen ze dillezaad om op te kauwen tijdens de preek.
De bloemschermen van dille worden vaak gebruikt in boeketten of bloemstukken.
In de biologische groenteteelt wordt dille vaak naast kool en komkommer geplant voor een hogere opbrengst.
Maar nooit bij tomaten of wortels; daar heeft dille een averechtse werking.
De zaadjes van dille worden wel gekauwd als mondverfrisser.
De Romeinen waren er van overtuigd dat dille de fysieke kracht van een man versterkte. Gladiatoren gebruikten het kruid dan ook bij al hun eten.
Dille stond ook in een goed blaadje bij de middeleeuwers als afweerkruid. Boze geesten zouden er van op de loop gaan en ook heksen en tovenaars moesten er niets van hebben.
Bij de Russische adel stond dille bekend als afrodisiacum.