Goudsbloem - Calendula officinalis
Composietenfamilie - Asteraceae
eng. Marigold; fr. Souci ; de. Ringelblume
Goudsbloemen met hun feloranje lintbloemen, geven een feestelijk tintje aan elke tuin of balkon. Tenminste wanneer de zon schijnt, want alleen dan gaan ze open.
Er zijn mensen die van deze eigenschap gebruik maken door ’s ochtends even te kijken hoe het ervoor staat: “Opent zich ’s morgens de goudsbloem niet, dan ligt er regen in ’t verschiet”, zo wil de volksweerkunde en, echt waar, je kunt die dag maar beter een paraplu bij de hand houden.
In de Middeleeuwen werd de goudsbloem als geneeskruid gebruikt voor tal van kwalen waarbij lever- en galbezwaren, menstruatieklachten en huidaandoeningen wel de belangrijkste waren. Goudsbloemen werden dan ook in kloostertuinen op grote schaal gekweekt. Waarschijnlijk hadden de eerste kruisvaarders de goudsbloem meegebracht uit het Middellandse Zee gebied, want daar komt deze zonaanbidder oorspronkelijk vandaan.
Ook als vervanger van het dure saffraan werd goudsbloem gebruikt in tal van gerechten. Tegenwoordig wordt de gele kleurstof van goudsbloem nog gebruikt als natuurlijke kleurstof voor levensmiddelen, zoals kaas en boter.
De Romeinen gaven de plant de naam Calendula, een naam die verwijst naar het Latijnse calendae, vrij vertaald: de eerste dag van de maand. De goudsbloem bloeit namelijk heel lang en krijgt telkens weer nieuwe bloemen, zodat het lijkt alsof hij elke maand opnieuw bloeit.
Goudsbloem wordt tegenwoordig vooral gebruikt om zijn wondhelende eigenschappen en het gunstige effect van het kruid op de genezing van verstuikingen en verrekkingen. De belangrijkste werkzame stoffen van goudsbloem zijn de etherische olie, met daarin o.a. het ontstekingsremmende faradiol. Verder treffen we in de goudsbloem, caroteen, saponinen, bitterstoffen en
organische zuren aan, die alle bijdragen tot de heilzame werking van dit kruid.
Goudsbloem is een eenjarig kruid, dat zichzelf gemakkelijk uitzaait.
De plant heeft een spoelvormige wortel en wordt 30 tot 50 cm hoog, afhankelijk van zijn standplaats.
Goudsbloem heeft groene, sterk vertakte stengels die hoekig van vorm zijn en viltig behaard. De onderste bladeren zijn spatelvormig, maar worden naar boven toe steeds smaller tot zij bijna lancetvormig zijn.
Zij zijn ongesteeld, gaafrandig en net zoals de stengels viltig behaard.
Aan de bloemstengels verschijnen bloemhoofdjes, met een doorsnee van 3-5 cm. Zij bestaan uit meer dan 50 buisbloemen met daar omheen ontelbare oranje of gele lintbloemen.
Elke bloem bloeit ongeveer een week, waarna er steeds weer nieuwe verschijnen. De hele bloeitijd is van juni tot november.
Wanneer de bloemen uitgebloeid zijn, verschijnen de sikkelvormige zaden, die aan de buitenkant ruw zijn. De verspreiding gebeurt door de wind of door dieren, die ze in hun pels meedragen.
Goudsbloem is niet kieskeurig wat grond betreft, alleen aan overbemesting heeft hij een broertje dood. Verder is een zonnige standplaats belangrijk.
Wil je zelf zaaien, dan doe je dat het best eind maart en heb je eenmaal goudsbloem in de tuin dan komt hij elk jaar spontaan weer terug want hij zaait zich enthousiast uit.
Als echt keukenkruid wordt goudsbloem niet gebruikt. De lintbloemen geven een milde smaak en kleur aan tal van gerechten. De kleur lijkt op die van saffraan, maar smaakt minder uitgesproken.
Ook werden gesnipperde lintbloemen gebruikt in kandeel, een Oudhollandse drank die vooral bij geboortes werd gedronken.
Je kunt de lintbloemen ook gebruiken ter verfraaiing van salades en verder zijn ze decoratief in een omelet, in yoghurt of in een vruchtensalade.
Ook heel lekker is aardappelpuree waar je op het laatst een theelepel gesnipperde lintbloemen door doet. Samen met gehakte peterselie en enkele dillebloempjes maak je er een kleurrijk, feestelijk gerecht van.
Tenslotte nog een recept voor een niet alledaagse kruidenazijn:
Overgiet 100 gram lintbloemen met een liter fijne natuurazijn in een goed afsluitbare pot. Zet deze gedurende 10 dagen op een zonnige plek, zeef daarna de inhoud af en giet de goudsbloemazijn in een brandschone fles.
Goudsbloem zou in geen enkele huisapotheek mogen ontbreken vanwege zijn antibacteriële, ontstekingremmende, schimmelwerende en wondhelende eigenschappen. Het kruid is vooral heilzaam bij allerlei huidaandoeningen.
Zo is goudsbloemcrème een goede remedie in geval van verstuikingen en verrekkingen, maar ook bij luieruitslag of doorliggen.
Heb je geen goudsbloem tot je beschikking, dan is VSM Calendulan Creme een goed alternatief.
Slecht helende of verse wonden reageren goed op een aftreksel van goudsbloem dat je als kompres toepast. In een dergelijk geval kun je in plaats van een aftreksel ook tinctuur gebruiken. Het voordeel hiervan is dat dit middel langer houdbaar is. Let er wel op, dat je tinctuur met water verdunt voor je het opbrengt! Voor de behandeling van steenpuisten en abcessen gebruik je een warm kompres.
Kan je gezicht wel een opkikkertje gebruiken, dan is een lotion van goudsbloem een goed middel.
Je giet het op een watje en maakt daarmee de huid schoon.
Daarna breng je een vocht inbrengende crème aan en je huid is weer als nieuw.
Hoewel goudsbloem ook stoffen bezit die gunstig werken op lever en galblaas, wordt het kruid inwendig haast niet meer gebruikt. Dat komt door de geringe hoeveelheid van die werkzame stoffen en het feit dat andere kruiden, zoals paardenbloem, op dit gebied effectiever zijn. Om dezelfde reden maken we ook weinig gebruik van de krampwerende eigenschappen van goudsbloem.
In veel informatie over goudsbloem kun je lezen dat het kruid huidkanker zou genezen. Deze verhalen berustten op publicaties van wetenschappers, die in een laboratorium onderzoek doen naar de werking van plantaardige stoffen. Zo ook naar de werkzame stoffen in goudsbloem, die in staat zijn toxische vrije radicalen te neutraliseren. De resultaten van dit onderzoek zijn echter (nog) niet om over naar huis te schrijven. Bij een vermoeden van huidkanker ga je dus naar je huisarts!
Bij normaal gebruik zijn geen bijwerkingen te vrezen.
Je oogst goudsbloem op een droge dag nadat de dauw verdwenen is. Je knipt de geheel geopende bloemen af en spreidt ze zo uit dat de bloemen elkaar niet raken. Dat kan bijvoorbeeld op een droogrek waarop je een katoenen doek hebt gelegd. Je laat de bloemen snel, zonder kunstmatige warmte drogen op een luchtige, schaduwrijke plek. Dit neemt zo’n twee dagen in beslag. Daarna pluk je de lintbloemen er af, die je kunt bewaren in een goed afgesloten trommel.
Bij de Griekse begrafenisrituelen nam goudsbloem een belangrijke plaats in. De mythe vertelt van Aphrodite, die bittere tranen weende toen haar geliefde Adonis stierf. Haar tranen drupten op de grond en op die plekken begon een goudsbloem te groeien. Zo werd goudsbloem een symbool van liefdevolle herinnering en droefheid.
Op verschillende plaatsen in Duitsland, zoals in Thüringen, heeft goudsbloem eenzelfde betekenis en worden zij vaak aangeplant op kerkhoven.
De christelijke kerk wijdde de goudsbloem aan Maria, zoals terug te vinden is in de Engelse naam van het kruid: Marigold.
Nog niet zo lang geleden was het een gewoonte in de katholieke kerk om op Mariafeesten het altaar te versieren met goudsbloemen.
Trouwlustige dames die willen weten hoe hun aanstaande er uit zal zien, smeren voor het slapen gaan een mengsel van gedroogde lintbloemen, azijn en honing op hun borst. Bidden een schietgebedje aan de heilige Lucas en de ware zal verschijnen in een droom. Waarschijnlijk worden zij s morgens uit de droom geholpen door kleverig beddengoed en dito pyjama!
Bekende Nederlandse volksnamen voor goudsbloem zijn 'kroningsbloem' of 'oranjebloem'. Dit vanwege het koningshuis.
Om die reden was het in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog verboden om goudsbloemen in de tuin te hebben.
Mieren hebben een hekel aan de geur van goudsbloem, ze blijven weg wanneer er goudsbloemen in de buurt staan. Daarentegen trekken ze luizen aan, wat het weer een nuttige plant maakt door er enkele in de buurt van rozen te zaaien. Net als het bekende afrikaantje scheidt de wortel een bepaalde stof uit die giftig is voor bodemaaltjes.
Vroeger werd goudsbloem gebruikt om het haar mee te verven. Het zou er goudblond van worden. Tegenwoordig wordt goudsbloem nog wel gebruikt om textiel te verven.
En tenslotte: De middeleeuwse kruidkundige Macer stelde dat alleen al door naar goudsbloem te kijken het gezichtsvermogen verbetert, de geest verheldert en het humeur opvrolijkt.