Grote brandnetel
Grote Brandnetel - Urtica dioica
Brandnetelfamilie - Urticacea
eng. Stinging Nettle - fr. Grande Ortie
de. Grosse Brennnessel
Brandnetels, door velen gehaat en geminacht vanwege hun brandharen, hun onooglijkheid en het ontbreken van een romantische bloemengeur. Maar altijd aanwezig waar de mens zijn sporen achterlaat en voorzien van een natuurlijke rijkdom die zijn weerga niet kent.
Elk voorjaar weer, kijk ik uit naar de grote brandnetel die na de lange winter zijn kop weer opsteekt. Ik ben er als de kippen bij om het jonge blad te snijden als ingrediënt voor brandnetelsoep, de lentesoep bij uitstek. Ik heb dan wel handschoenen aan, want zoals gezegd, de brandnetel heeft zijn naam niet voor niets gekregen! Hij is bezaaid met kleine weerhaakjes, die bij aanraking afbreken en als een soort naaldjes de huid indringen en een pijnlijk cocktail van chemische stoffen injecteren. Mierenzuur en histamine zijn de voornaamste boosdoeners die de brandende jeuk veroorzaken.
Brandnetel is rijk aan chlorofyl en de plant wordt industrieel gebruikt voor de winning ervan.
Onder E Nummer 140 wordt het zo gewonnen chlorofyl toegepast in allerlei voedingsmiddelen.
Zijn zondagse naam kreeg de Grote Brandnetel van het Latijnse ‘utere’, wat ‘branden’ betekent en het Griekse ‘dis-oikia’ wat je kunt vertalen als ‘twee huizen’, een verwijzing naar het voorkomen van vrouwelijke en mannelijke planten.
Onze voorouders waardeerden de Grote Brandnetel om zijn veelzijdige eigenschappen en beschouwden hem als een van de 9 heilige kruiden. Ook kenden zij de urinedrijvende werking van de brandnetel en zijn gunstige werking op de haargroei en doorbloeding van de hoofdhuid.
Het is een heilzaam kruid vanwege de hoge concentratie vitaminen en mineralen. Verder is plant rijk aan hoogwaardig eiwit, chlorofyl en looistoffen.
De Grote Brandnetel is in tegenstelling tot zijn kleine broer de Urtica urens of Kleine Brandnetel tweehuizig. Dat wil zeggen dat er zowel vrouwelijke (stamper) als mannelijke (meeldraad) planten bestaan. Ook is de Kleine Brandnetel onaanzienlijker dan zijn grote broer maar wel veel agressiever.
De grote brandnetel kan erg woekeren door zijn kruipende wortelstokken met vele uitlopers. Hij kan tot drie meter hoog worden, maar meestal blijft hij wat kleiner. De kantige, niet tot weinig vertakte stengel is bezaaid met haren, waarvan de meeste brandharen zijn. Ook op de tegenover elkaar staande donkergroene bladeren zijn talrijke brandharen aanwezig. Het blad is grof gezaagd en langwerpig of eirond van vorm.
In de winter sterft de plant bovengronds af en in het vroege voorjaar verschijnen de eerste jonge blaadjes. De grote brandnetel groeit snel de hoogte in en rond juni verschijnen de onaanzienlijke groen/bruine bloemen, die in lange trossen bijeen zitten. Bij de vrouwelijke plant zie je hangende trossen, bij de mannelijke plant zijn ze meer gestrekt.
Voor de bestuiving zorgt de wind: de mannelijke bloem springt open en stoot een wolk stuifmeel ophoog, waarna de wind het meevoert naar de vrouwelijke plant. Na de bloeitijd, het is dan oktober, vormen zich nootvormige vruchtjes die voornamelijk door de wind worden verspreid of zich nestelen in de haren van dieren en zo weer nieuwe horizonten opzoeken.
Waar de grote brandnetel groeit, is de bodem rijk aan stikstof en andere mineralen. De plant is een typische cultuurvolger en komt algemeen voor op het hele noordelijke halfrond met uitzondering van de tropen en de pool. Hij houdt van halfschaduw en een vochtige bodem.
Voor veel vlinders is de grote brandnetel de enige waardplant zoals voor de gehakkelde aurelia, de atalanta en de dagpauwoog.
Grote Brandnetel kun je alleen gebruiken als het blad nog jong is. Wanneer de plant gaat bloeien is het kruid niet smakelijk meer en klonteren mineralen in het blad.
Brandnetel is een geliefd ingrediënt in allerlei voorjaarsgerechten. Door zijn versterkende en zuiverende eigenschappen past het kruid in salades, soepen en groentegerechten.
Je kunt brandnetel klaarmaken als spinazie, zelfs de smaak komt overeen of je snippert wat brandnetelblad door aardappelpuree.
In salades gebruik je het verse blad, dat licht bitter van smaak is. De ‘brand’ haal je er uit door het geplukte blad in een vergiet te doen en er kokend water overheen te gieten. Daarna snijd je het blad fijn en verwerk je het in een voorjaarssalade.
Buitengewoon versterkend is brandnetelsoep, die bovendien ook erg lekker is.
Een ware delicatesse is een voorgerecht van escargots met brandnetel.
Bak je zelf brood? Voeg dan eens een eetlepel gesnipperd brandnetelblad toe aan het deeg, het smaakt verrassend lekker. Dat geldt ook voor brandnetelkaas, die je kunt kopen bij de kaashandel.
Brandnetel past uitstekend in een vegetarisch menu. De hoeveelheid hoogwaardig eiwit van de plant is zelfs groter dan in vlees.
Je kunt brandnetelblad prima drogen en daarna versnipperen. Wanneer je het dan in een strooipotje doet, heb je brandnetelblad altijd ter beschikking om een extra accent te geven aan soepen, kwark, kaas en mayonaise.
Vanwege zijn hoge concentratie vitaminen A, C en D en mineralen, waarvan ijzer , magnesium en calcium de belangrijkste zijn, past men brandnetel graag toe bij de bestrijding van bloedarmoede en voorjaarsmoeheid.
Het kruid zuivert het bloed en stimuleert de aanmaak van rode bloedlichaampjes.
Brandnetel heeft nogal wat calcium in huis. Zwangere vrouwen doen er goed aan om het kruid op het menu te zetten. Hun ongeboren kind heeft immers veel kalk nodig, dat het aan zijn moeder onttrekt.
Thee van brandnetel is een buitengewoon krachtige voorjaarsthee. Deze maak je van gelijke delen zilverschoon, paardenbloem, brandnetel en driekleurig viooltje.
Brandnetelthee of -siroop werkt ook gunstig op de spijsvertering, de kliersecretie en de nierwerking.
Het kruid is urinedrijvend en stimuleert de nieren om niergruis en andere ongerechtigheden uit te scheiden.
Daarnaast werkt een aftreksel van de wortelstok van het kruid heilzaam bij plasproblemen, veroorzaakt door een goedaardige vergroting van de prostaat.
Brandnetel wordt ook met wisselend succes ingezet bij hooikoorts en klachten veroorzaakt door artritis en reumatische aandoeningen.
Een goede remedie voor deze klachten is brandnetelsap, dat je uitperst in de sapmolen. Neem daarvan driemaal daags een eetlepel. Dat is in ieder geval minder pijnlijk dan de oude gewoonte van reumapatiënten om zichzelf te slaan met verse brandnetels.
Dof en vet haar kun je bestrijden door het gebruik van haarwater. Daarvoor neem je een handvol vers brandnetelblad en overgiet dat met een halve liter kokend water. Laten afkoelen en een halve liter azijn toevoegen. Het geheel drie dagen laten staan en daarna zeven. Hiermee masseer je elke avond, gedurende een week, de hoofdhuid in en spoel je het ’s morgens weer uit. Zo wordt de doorbloeding van de hoofdhuid gestimuleerd, worden de haarwortels versterkt en gaat het haar weer glanzen. Ook roos kun je hiermee bestrijden en hoofdluizen houden het na de kuur voor gezien.
De aanwezige looistoffen met hun samentrekkende eigenschappen maakt grote brandnetel ook geschikt voor het stelpen van (neus)bloedingen en het bestrijden van klachten tijdens de menstruatie.
Brandnetels zijn door hun brandharen pijnlijk om aan te raken. Gebruik bij het plukken handschoenen, dan heb je er geen last van.
Grote Brandnetel werkt zogdrijvend. Vrouwen die borstvoeding willen afbouwen, moeten het kruid laten staan.
Verder zijn er geen bijwerkingen te vrezen.
Oogst alleen jong blad. Rijkelijk voorhanden in het voorjaar en later als er nieuwe uitlopers te voorschijn komen.
Leg het blad te drogen op een warme en schaduwrijke plek of in een voedseldroger en bewaar het gedroogde blad in een donkere, goed afgesloten trommel.
De wortels oogst je in het najaar. Spoel ze goed af en droog ze binnenshuis.
De vezels van de plant zijn uitstekend geschikt om er textiel van te maken.
Het levert het ijzersterke neteldoek op, dat tot de 18e eeuw voor allerlei toepassingen werd gebruikt.
Onderzoekers van Ötzi, de bekende mummie van een mens uit de steentijd, vonden een mes in een schede van neteldoek dat de tand des tijds prima had doorstaan.
Op het einde van de 20e eeuw kwam textiel, gemaakt van brandnetel, weer in de belangstelling en grote modehuizen gebruiken de stof opnieuw.
Brandnetel is ook geschikt om wol te verven.
De cellulose van brandnetels levert een sterke papiersoort op en ook deze oude vorm van papier maken staat weer volop in de belangstelling.
In de biologische tuin is brandnetelgier een geliefd middel in de bestrijding van schadelijke insecten allerlei en bovendien versterkt het de eigen weerstand van planten, die er mee begoten zijn.J
Je maakt netelgier als volgt: Pluk een emmervol brandnetels en overgiet die met water tot ze onderstaan. In de zon een paar dagen laten trekken. Daarna afzeven en de kruidenmassa napersen. Je kunt het gebruiken in een sproeier of een gieter.
Vanwege de branderigheid laten dieren brandnetels gewoonlijk staan, maar eenmaal gedroogd, leveren brandnetels een voedzaam hooi, dat een rijkere samenstelling heeft dan grashooi. Vooral paarden, koeien en geiten eten het gretig. Kippen, kalkoenen en ander gevogelte zijn dol op gedroogde, fijngesneden brandnetel of de zaden ervan.
De brandende eigenschap van brandnetels is zo bekend –en gevreesd- dat het zijn weg vond in het dagelijks taalgebruik, zoals in ‘een netelige kwestie’, waarmee een moeilijk, delicaat probleem wordt verwoord.